- termijn
- {{termijn}}{{/term}}1 [periode] délai 〈m.〉2 [vooraf vastgesteld tijdstip; deel van een schuld] terme 〈m.〉♦voorbeelden:1 op korte termijn • à court termeop lange termijn • à long termeop middellange termijn • à moyen termeeen termijn in acht nemen • observer un délaieen termijn (vast)stellen • fixer un délaiin twee termijnen betalen • payer en deux fois2 na het vervallen van de termijn • à terme échuuiterste termijn • terme de rigueurin termijnen te voldoen • payable par versements échelonnés
Deens-Russisch woordenboek. 2015.